Oefenschema “WATERSLANG”

-----------------------------------------------

De oefeningen zijn voor kinderen die oefenen:
- t/m meetpunt 8 (in pakje) of
- vanaf 8 t/m 12 (uit pakje)

Het thema van de oefeningen is enkelvoudige rugslag, borst- en rugcrawl. Oefen bij voorkeur in diep water, waar u wel kunt staan. Blijf er altijd bij in het water en hou het EasySwim-pakje bij deze oefeningen aan of bij de hand.

Laat uw kind ongeveer 5-8 meter per oefening zwemmen.

De oefeningen:

  • Het kind springt in het water, draai zich onder water om en zwemt een stukje de hele rugcrawl. Zorg dat de armen hoog uit het water komen en gestrekt zijn. Het kind flippert op en neer met de benen. Deze oefening wilt uw kind vast nog wel een keertje doen. Oefen maximaal 5 minuten. (flipperen/trappelen is het ontspannen op en neer bewegen van de benen, de voeten komen tegen het water aan en de rugligging is plat).
  • Het kind houdt de kant vast, zet zachtjes af en drijft als een raket op je rug. Zorg dat de armen langs het lichaam zijn en de benen tegen elkaar. Daarna maakt het een paar beenslagen (kikkerslagen) en houdt daarbij de armen stil. Oefen maximaal 6 minuten.
  • (De enkelvoudige rugslag (kikkerslag) moet rustig uitgevoerd worden, waarbij de knieën onder water blijven en zo ver buigen dat de voeten onder het zitvlak komen. Vandaar uit maakt het kind een draaibeweging en sluiten de benen weer. Pak het kind nooit bij de heupen of onder de rug vast. Het moet zelf de vlakke ligging zoeken. Als dat niet lukt ondersteun dan het achterhoofd met 1 hand en blijf achter het kind staan.
  • Het kind houdt de kant vast met een hand en twee voeten tegen de muur, zet zachtjes af en drijft als een raket op je buik. Blaas onder water zachtjes uit en hou de ogen open. Doe dit nog maar een keertje.
  •  Herhaal de bovenstaande oefening en daarna zwemt het kind door met borstcrawl. Beweeg hierbij niet te snel en stop het hoofd niet te diep onder water. Daag het kind uit de armen goed over het water heen te draaien. Daag het kind uit om te kijken onder water en bellen te blazen. Oefen maximaal 5 minuten.

Variaties:

  • Start met een sprong en voer daarna de oefeningen uit.
  • Start met een sprong, zwem een stukje onder water en voer daarna de oefeningen uit.
  • Wissel de oefeningen steeds af. En gebruik eens een balletje om vast te houden op de buik of om bij de borstcrawl achter aan te zwemmen.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Tips voor ouders:

  • Deze oefeningen duren ongeveer 15 minuten.
  • Als u gebruik maakt van dit oefenschema, houdt u het oefenen uitdagend en spannend.
  • Doe de oefeningen voor.
  • Een voorbeeld werkt beter dan een uitleg.
  • Laat uw kind na dit schema weer lekker spelen.
  • Leg geen druk op het kind als iets niet meteen lukt, een volgende keer zal het vast beter gaan.
  • Kinderen hebben een succes-ervaring nodig om enthousiast te blijven.
  • VEEL ZWEM- en OEFENPLEZIER